Bureau Sport: Klassiekerheld
Woord: Bureau SportGepost: 03-09-2019
Beeld: Casper Rila
Eerder verschenen in SANTOS #04, oktober 2017.
Dijkstra: “Heb jij dat ook? Dat je bij De Klassieker direct aan Richard Witschge denkt?”
Evenblij: “Ja!”
Dijkstra: “Die hooghoud-act in de Arena, dat was echt fantastisch.”
Evenblij: “Toen vond ik dat respectloos. Ik zag Witschge als de personificatie van alles wat Ajax irritant maakt. Dat hooghartige gedoe van die zelfbenoemde Godenzonen. Maar over Witschge ben ik anders gaan denken. Ik vind hem sympathiek. En iemand die even een balletje hooghoudt tijdens zo’n kraker... daar snak ik naar. Wie durft dat nu nog? Die wordt meteen opgehangen.”
Dijkstra: “Witschge neemt het allemaal niet zo bloedserieus, die hele twist. Ik haal geregeld een iconische uitspraak van hem aan toen we een keer zaten te praten over dat totaal geflopte WK ’90. Witschge zei: ‘Ja, joh, dingen gebeuren, slechte dingen ook.’ Geweldig, toch? Hij wordt weleens neergezet als eenvoudige geinponem, maar Witschge is een groot filosoof.”
Evenblij: “Dat heb ik nou bij Mike Obiku. Daar lacht ook iedereen om, maar ga met de man praten en je hoort alleen maar zinnige dingen.”
Dijkstra: “Vooral over Mike zelf, toch? Dat het een schande is dat er alleen maar een tankstation naar hem is vernoemd? Dat iedereen zijn hele huis moet behangen met levensgrote Mike Obiku-foto’s, zoals-ie zelf heeft gedaan? Toch mag ik hem graag. Als die man binnenkomt, gaat de zon schijnen.”
Evenblij: “Hij kon er natuurlijk niet zoveel van. Buiten die golden goal in het Olympisch Stadion tegen Ajax heeft-ie volgens mij nauwelijks gescoord. Maar ja, die vingers, hè…”
Dijkstra: “Je bedoelt dat moment dat hij zijn vingers openhaalde toen hij na een doelpunt in de hekken ging hangen?”
Evenblij: “Tuurlijk. Dat was trouwens tegen mijn club Willem II, dus ik kan me zijn blijdschap best voorstellen.”
Dijkstra: “Dat zijn dingen die je nooit vergeet. Sjaak Swart maakte negentien goals in De Klassieker. Zes meer dan de nummer twee op de topscorerslijst, vertelt Sjaak daar zelf altijd graag bij. Maar je hebt het toch over de fratsen van Obiku die altijd zijn shirt uittrok. Zelfs bij min twintig.”
Evenblij: “Terwijl hij dat natuurlijk gejat had van Henk de Haan van Veendam. Die deed dat als eerste tegen Telstar. Hij droeg er een Maradona-shirt onder. Had-ie al maanden aan.”
Een Feyenoord-spits moet lelijk zijn. Het liefst hebben ze daar een verlepte zwerver die zes weken op een plant heeft geslapen.Frank Evenblij
Dijkstra: “Feyenoord heeft zoveel fascinerende spitsen gehad. Van John Guidetti dacht je dat hij op het randje van borderline zat. Een soort totaal geflipte, schizofrene kunstenaar à la Francis Bacon, er gebeurde altijd wat met die vent.”
Evenblij: “Hij was wel wat te knap voor Feyenoord. Om over Pellè nog maar te zwijgen. Een Feyenoord-spits moet lelijk zijn. Het liefst hebben ze daar een verlepte zwerver die zes weken op een plant heeft geslapen. Mannen als Griga, Van Loen, Kiprich en Keur. Zo zie je ze niet meer. Jørgensen is ook om door een ringetje te halen.”
Dijkstra: “Ajax-spitsen zijn vaak mooi, maar saai. Bergkamp moet je niet willen horen praten, doet-ie gelukkig ook liever niet. Terwijl, godsamme, wat had die man een fluwelen touch. En Van Basten natuurlijk. Ik was van jongs af aan Twente-fan, maar liep ook met zo’n blauw TDK-shirtje van Ajax rond, omdat die man zo goed was. Zelfs in Rotterdam waren ze gek van Van Basten. Al zullen ze dat ontkennen tot de dood.”
Evenblij: “Word ik af en toe wel moe van, die afgunstige blik naar ‘020’ in Rotterdam. Man, als je zo’n skyline hebt en drie clubs in de Eredivisie, lul je toch nergens anders over?”
Dijkstra: “Het zit ze misschien dwars dat de mooiste goal in De Klassieker gemaakt is door Van der Vaart. Die hakbal. Puur mazzel, maar wat zat-ie er lekker in.”
Evenblij: “Voor het evenwicht in deze column noem ik dan een Feyenoordgoal.”
Dijkstra: “Da’s wel slim, ja.”
Evenblij: “Ik herinner me een machtige kopbal van John de Wolf. Die was hem trouwens voorspeld door magnetiseur Henk de Gier, daar zat John twee keer per week. Vind ik mooi: misschien wel de stoerste man die De Klassieker speelde, kon niet zonder het gebibber van Henk.”
Dijkstra: “Ruud Geels maakte ook een mooie. Die begon al vanuit de spelersbus met springen, eindigde boven de lat en kopte de bal kraterhard binnen. Geels speelde voor alle topclubs, scoorde ontzaglijk veel. Hoor je haast nooit iemand over.”
Evenblij: “Tja, heeft hij wel eens hooggehouden tijdens De Klassieker, rennend en wel? Mijn record met hooghouden is twee. Stilstaand. In de tuin. Hoe vaak hield Witschge niet hoog?”
Dijkstra: “Niet zo vaak als hij daarna van nummer heeft moeten wisselen om van woedende Feyenoord-fans af te komen. Sorry, Ruud, Sjaak, John, Coen, Johan, Willem, Rafael, Marco; Richard is toch echt de grootste Klassiekerheld.”